zaterdag 23 november 2013

Filmbespreking: Catching Fire

In haar bespreking van de film op Christianity Today maakt Alissa Wilkinson een heel goed punt met betrekking tot de commerciële aandacht rond dit tweede deel uit de Hunger Games-serie. Make-upfabrikanten maken nieuwe lijnen gebaseerd op karakters uit de film, terwijl Subway broodjes verkoopt met een Hunger Games thema en mensen een eigen ‘overwinningstocht’ laat winnen. Ik zag de stickers op de ramen van de winkels in Londen en voelde me er net zo ongemakkelijk bij als de schrijfster van de recensie. Want de film wordt op deze manier deel van het commerciële systeem, en niets anders dan een product om geld te verdienen van tienermeisjes. Alsof het zo’n aanlokkelijk perspectief zou moeten zijn om een overwinningstocht te houden (voor de karakters in deze film is het echt geen feestje), of om met kleurrijke make-up te worden tentoongesteld (karakters in de film worden opgetut om op een feestje te verschijnen van de onderdrukkende minderheid in het kapitool, maar stellen teleur en moeten daarom de arena weer in). Dat zou de kijker van de film helemaal niet moeten willen nabootsen. Het idee van een Hunger Games-themapark is al helemaal vreemd. Dit zijn nu juist geen films die de kijker zelf zou (moeten) willen uitleven (zoals de Harry Potter-films. Een Harry Potter-themapark is juist logisch). Het zijn juist waarschuwende films, die de kijker blij achterlaten dat hij of zij niet woont in deze wereld, en niet hoeft mee te vechten in de Hunger Games. Alhoewel ... De boodschap van de film is ook dat we al meedoen aan de hongerspelen, of we dat nu willen of niet, al zijn die misschien in de wereld waarin wij leven niet zo makkelijk herkenbaar als die van de film. Hij bevat echter ook de boodschap dat zolang er sprake is van hoop, angst ons nooit definitief onderdrukt kan houden. Alle commercialiteit om de film reduceert de film echter zelf tot instrument van het kapitool, de film wordt gebruikt om ons meer en langer te laten meespelen met de hongerspelen, en wordt zo ontdaan van zijn kritische kant. De film wordt een lokmiddel om je ertoe te brengen fast food te kopen en naar dure make up te verlangen.
De ironie daarvan is wel heel diep. Want de inwoners van het kapitool zijn juist daarmee bezig: eten (ze hebben zelfs drankjes waardoor ze gaan overgeven, want als je niet overgeeft kun je nooit alles proeven), en kleding en make-up (de inwoners van het kapitool dragen wel heel uitbundige kostuums, en naar wat ik heb begrepen doen ze in de boeken ook aan uitgebreide plastische chirurgie). De commercie rond de film roept mensen dus op om belangrijk te vinden wat het kapitool belangrijk vindt. Niet wat werkelijk belangrijk is of waardevol. En daarmee roept de commercie de kijker dus eigenlijk op om de film te kijken zoals de inwoners van het kapitool in de film zelf naar de hongerspelen kijken: als entertainment en vermaak. En om de karakters in de film te zien zoals de inwoners van het kapitool ze zien (zoals we blijkens de roddeltijdschriften al naar 'celebrities' kijken), als mooie mensen die niets met ons te maken hebben, maar wiens leven (met liefde en trouwjurken in het vooruitzicht) wij ook zouden willen leiden. En vooral om ons er niet door te laten raken. Want als we ons door deze film zouden laten raken, zouden we zelf wel eens in opstand willen komen tegen de structuren van onze samenleving die ons reduceren tot radertjes in het mechaniek, die ons alleen maar zien als eenheden die bijdragen aan het voortbestaan van het onpersoonlijke grote geheel.
Ik zeg niet dat het verkopen van producten rond een film verkeerd is en ik snap ook dat bedrijven geld willen verdienen. Ik heb zelf ook een Hunger Games-aanschaf gedaan: een grote poster, waar hoofdpersoon Katniss op staat met pijl en boog, en de leus: ‘Remember who the real enemy is’ (zie hier bovenaan). Want deze poster roept mij niet op om net als Katniss aan de hongerspelen te willen meedoen, maar om in actie te komen tegen de echte vijanden: de maatschappelijke overtuigingen die mij laten mee rennen in de ‘rat race’, die me ertoe brengen andere mensen als ‘other’ te zien, als vijanden, en om alleen te geven om mijn eigen imago en indruk. Dat is een boodschap waar ik aan herinnerd wil worden.

Het feit dat ik de poster heb besteld, zegt hopelijk al genoeg over wat ik van de film vond. Een waardige opvolger van de eerste film. Een stuk beter zelfs. Misschien een beetje aan de lange kant en hetzelfde gold, wat gold voor de eerste film, dat het door het grote aantal karakters niet altijd makkelijk was om betrokken te zijn bij alle figuren. Bijvoorbeeld scenes waarbij de hoofdfiguren probeerden allianties te sluiten met andere spelers waren te snel voorbij. Verschillende karakters moesten het met een of twee momenten doen om de sympathie van de kijker voor zich te winnen. Maar vergeleken met de eerste film werkte het in deze al een stuk beter. En het lijkt erop alsof we in de volgende film veel dezelfde karakters terugzien, en dat zal zeker helpen bij het opbouwen van gevoel. De aankleding van de film is ook beter dan in de eerste film. Prachtige natuurbeelden (van vorst), en aan Rome refererende beelden van het kapitool. Goed opgezette actiescènes, waarbij ik goed kon volgen wat er gebeurde. En opnieuw werd geweld zo in beeld gebracht dat het niet verheerlijkt werd, en de afkeer van de vechters van wat ze moesten doen duidelijk was. Dit is een moeilijke scheidslijn om te bewandelen, merk ik ook bij de verhalen die ik zelf schrijf, maar hier is het goed gelukt! Verder is de film erg goed geacteerd. Jennifer Lawrence heeft vorig jaar een oscar gewonnen, maar ook in deze film toont ze haar acteertalent ten volle. Ze geeft Katniss zeker een innerlijke kracht mee, maar toont ook haar kwetsbaarheid. Dit is iemand die door de vorige hongerspelen is getekend. Josh Hutcherson die Peeta speelt blijft een beetje vlak. Maar misschien hoort dat bij het personage. Andere acteurs zijn weer erg goed, hoewel hun rollen soms wat eendimensionaal zijn, zoals Donald Sutherland als de niet zo heel sympathieke president Snow. Een confrontatie tussen Katniss en de president aan het begin van de film was echter wel weer een heel sterk gespeeld moment. Deze film gaf mij het verlangen om zelf ook weer meer te gaan schrijven. En dat is een van de grootste complimenten die ik een film kan geven. Ik ga hem zeker nog vaker kijken. Al was het alleen maar om mezelf eraan te herinneren wie de werkelijke vijand is.

De film begint bijna een jaar na de hongerspelen uit de eerste film. Hoewel volgens de regels maar een speler de arena kan verlaten, zijn Katniss en Peeta samen uit de strijd gekomen. Ze hebben gedurfd het systeem uit de dagen en hebben daarin gelijk gekregen. Dit wordt door mensen in de armere districten gezien als verzetsdaad. Als Katniss en Peeta in opstand kunnen komen, dan zij ook. Zij verzamelen zich achter het symbool van Katniss, de ‘Mockingjay’. De president van Panem ziet het ook. En hij wil het verzet in de kiem smoren. Door het einde van de hongerspelen in beeld te brengen als romantische liefde tussen Katniss en Peeta, in plaats van verzet tegen het systeem, hoopt hij Katniss te gebruiken juist als symbool van het systeem. Ze heeft iets gepresteerd, ze heeft succes gehad, ze heeft gewonnen - nu moet ze voor de rest van haar leven het systeem terugbetalen. Door te doen alsof. Alsof ze blij is met de overwinning en niet lijdt aan post traumatische stress, alsof ze werkelijk verliefd is op Peeta en niet op Gale. Dat is een extra bron van stress voor Katniss, maar de president bedreigt haar familie, en ze kan niet anders. Ze kan daarom ook niet anders dan meedoen met de nieuwe hongerspelen die worden georganiseerd. Hongerspelen waaraan alleen winnaars uit eerdere hongerspelen kunnen meedoen. Dat betekent snellere, sterkere en meer zelfverzekerde tegenstanders. Bovendien is er in het kapitool een nieuwe spelontwerper aangetreden, de sluwe, intelligente Plutarch Havensbee, die van de president de opdracht heeft gekregen Katniss in de spelen te laten omkomen.

Zoals de meeste krachtige dystopieen gaat deze film over de macht van structuren en organisaties over individuele mensen, en hoe deze in stand wordt gehouden. Als blauwdruk dient Rome, met zijn brood en spelen (Panem et circenses). Gezien de vele overeenkomsten tussen Panem en onze eigen maatschappij (de rol van ‘reality TV’, de roddel over celebrities, de alom aanwezige camera’s, de rijke 1% en de arme 99%) is de boodschap van de film dat onze eigen maatschappij ondanks onze ogenschijnlijke vrijheid, in werkelijkheid een net zo onderdrukkende macht is als het oude Rome. We zijn net zo min vrij als de onderdanen van Rome. We zijn niet alleen onvrij, we zijn zelfs medeplichtig. De eerste film refereerde er al aan dat als niemand naar de hongerspelen zou kijken, ze niet meer gehouden zouden worden. Maar waar die film onze eigen verantwoordelijkheid aan de kaak stelde, kiest deze film een andere insteek. Deze film laat de technieken zien waarmee de consumptiemaatschappij ons onze verantwoordelijkheid ontneemt. Hoe we worden ingelijfd bij het systeem. En dat gebeurt door angst.
Als individuen hebben we een identiteit. We laten iets zien aan de wereld, we dragen iets uit naar anderen. We hebben betekenis, dat wil zeggen: we zijn een teken, ons leven is een teken van onze waarden en onze overtuigingen. Op die manier heeft ons leven een effect op anderen, we maken indruk. In bijbelse termen: we zijn ‘beelddragers’. Als we vrij zijn, is dit een glorie, een indruk waar we zelf voor kiezen, die past bij ons. Als mensen met ons omgaan, laten ze ons onze betekenis uitstralen, respecteren ze die, zonder op te houden zelf hun eigen licht te laten schijnen. Maar we leven in een wereld waar mensen niet altijd op basis van gelijkwaardigheid met elkaar, met andere beelddragers, omgaan. We leven in een wereld waar mensen zichzelf boven anderen stellen. De individualiteit van de een wordt ondergeschikt aan die van de ander. Iemand is niet vrij zijn eigen betekenis te hebben, zijn of haar leven verwijst naar een ander. De machthebber bepaalt wat iemand  laat zien. De daden en woorden van de persoon staan in dienst van de overheerser. Om dit te bereiken moet een machthebber een systeem gebruiken, een organisatie, een structuur. Want mensen zijn oorspronkelijk vrij, oorspronkelijk zichzelf. Ze verliezen die individualiteit pas als hun keuzes en beslissingen worden beïnvloed, niet door zichzelf, maar door factoren van buitenaf. Niet langer door hun eigen verlangens, maar door beelden van buiten. Door bedreigingen met straf, of beloften van beloning, door leugens en manipulatie.
Dit systeem kan heel duidelijk zichtbaar zijn - zoals in het oude Rome, of bij plekken op Aarde waar nu nog slavernij voorkomt. Daar weten mensen dat ze onvrij zijn, bevinden ze zich soms letterlijk in ketenen, en is het heel duidelijk wie er voordeel heeft van deze situatie. Het zichtbare ervan is direct gevaarlijk voor de machthebbers, daarvan getuigen de opstanden van slaven en de machtsgrepen, denk aan Spartacus. Beter is het daarom als het systeem verborgen is en het niet direct duidelijk is wie de machthebbers zijn en hoe ze er voordeel van hebben. Dit is volgens mij in onze maatschappij aan de hand. En in veel kerken. We zijn, soms zonder het te weten, deel van een systeem, een systeem van beloften en bedreigingen, van regels en uitzonderingen, waar we ons geld aan besteden en onze tijd voor inzetten. En bankdirecteuren, bedrijfseigenaren, et cetera, plukken daarvan hun vruchten. En in kerken bijvoorbeeld voorgangers of leiders. Wij krijgen betaald voor ons succes, in de vorm van salarisverhoging op het werk, een betere hypotheek, of de benoeming in een commissie in de kerk. Maar het gevolg daarvan is alleen dat we nog meer vrijheid kwijt raken en nog meer deel worden van het systeem. Wie zijn baan wil houden, moet bijvoorbeeld erg oppassen wat hij deelt op social media. Ik moet twee keer nadenken voor ik mopper op mijn werk, ik kan niet vrij delen waar ik over nadenk want mijn werkgever kan het zien. Onze telefoon wordt afgeluisterd door de NSA en ik kan niet meer vrij delen hoe ik over overheden denk. Ik kan in de kerk niet vertellen hoe ik over organisatie als de kerk denk, want anders raak ik ook daar mijn privileges kwijt. Om mijn succes te behouden, als werkgever, als burger, als kerkganger, moet ik zeggen en doen wat de machthebber wil dat ik zeg en doe. Ik moet doen alsof ik heel tevreden ben, alsof ik enthousiast ben over wat ik doe, alsof ik niet kan wachten om naar de kerk te gaan, om mee te kunnen blijven draaien. Ook als ik het totaal anders voel. Want anders raak ik mijn salaris, mijn huis, mijn plek als gelovige kwijt. Zoals Katniss moet doen alsof ze van Peeta houdt en blij is met het systeem van Panem, anders raakt ze haar familie kwijt. Dus laat ze zich optutten, draagt een bruidsjurk en juwelen en glimlacht naar de camera, hoewel dat helemaal niet is hoe ze is en hoe ze zich voelt. Haar betekenis is overgenomen door het systeem.

Ik noemde al de bruidsjurk. De film laat namelijk ook zien wat de weg naar de vrijheid is. Namelijk door het systeem dat jou heeft opgeslokt te subverteren en de technieken van het systeem daartegen te gebruiken om niet angst te laten zien, maar hoop. Want angst kan niet in zijn opzet slagen, zolang er hoop is. In een sleutelscène in de film brandt de trouwjurk van Katniss weg en verschijnt een jurk in de vorm van de ‘mockingjay’, een beeld van het verzet. Kledingontwerper Cinna heeft zich gehouden aan het systeem - hij heeft een jurk ontworpen, precies zoals zijn opdracht was, maar een jurk die refereert aan andere waarden dan die van het systeem. Een jurk die refereert aan een symbool van hoop. Hoop op vrijheid, op een toekomst zonder onderdrukking. De hele TV-uitzending waarin Katniss deze jurk moest dragen, wordt tegen het systeem gekeerd. De winnaars die eigenlijk tegen elkaar strijd zouden moeten leveren, houden elkaars handen vast en tonen eensgezindheid. Het publiek begint afkeer te tonen van de hongerspelen als de mensen zien dat het individuen zijn die dood zullen gaan, en niet alleen levenloze symbolen in dienst van het systeem. Geen ‘avatars’ van Panem, maar mensen van vlees en bloed zoals zij. Zo kunnen ook wij niet direct ontsnappen aan het systeem. We kunnen niet uit de wereld weggaan. Maar we kunnen het systeem wel subverteren. We kunnen de media gebruiken om een andere boodschap te brengen, die hoop biedt, die van binnenuit harten kan veranderen. En in de kerk kunnen we zodra we de kans krijgen de kanalen die gebruikt werden om van bovenaf tot mensen te spreken om ze in gareel te houden en te zorgen dat ze veel geld in de collecte doen, nu gebruiken om de boodschap van genade te brengen, van onvoorwaardelijke liefde, van acceptatie. Ook als we in het systeem zitten en op het punt staan de arena in te gaan kunnen we elke kans aangrijpen om de boodschap te brengen die er tegenin gaat, namelijk dat er hoop is buiten dat systeem.
De machthebbers zullen er niet blij mee zijn. Ze zullen willen proberen ons tot zwijgen te brengen. Ze zullen ons de arena in smijten. De arena die (mooi beeld) in deze film is gesitueerd onder een ondoorzichtige koepel. Een afgesloten wereld. (In de fimbespreking waar ik in het begin van deze recensie naar verwees wordt de link gelegd dat de wereld van het kapitool van Panem net zozeer een arena is als die van de hongerspelen, en dat onze eigen kapitalistische wereld dus ook een arena is, een waarin we een strijd op leven en dood voeren om in leven te blijven, terwijl rijke bedrijven en machthebbers daarvan de vruchten plukken.) Maar een wereld waarbuiten een heel andere werkelijkheid is.
In een dramatische scene wordt de koepel opengebroken en schijnt een straal licht van buiten naar op Katniss onder de koepel. De wereld van buiten dringt door. En terwijl de waarheid van buiten, van schoonheid, waarheid en intimiteit, van het grote verhaal, zichtbaar wordt voor de spelers onder de koepel, wordt tegelijk het systeem ontmaskerd voor de mensen daarbuiten. Voor de kijkers naar de hongerspelen. De kunstmatigheid wordt ontmaskerd, de manipulatie wordt zichtbaar. De illusie is doorbroken.
Dat kost echter wel wat. In een betekenisvol beeld wordt Katniss omhoog getakeld en heeft ze haar armen naar opzij gestoken in een duidelijke verwijzing naar het kruis van Christus. Volgens de bijbel was Jezus’ dood aan het kruis een gebeurtenis waarbij de overheden en de machthebbers van de wereld werden ontwapend, waarbij openlijk over hen werd getriomfeerd. Ze leefden al hun macht op Jezus uit, troffen hem met de bliksem van hun woede en manipulatie. Hij ging eraan ten onder, maar hun middelen hadden niet het laatste woord. Jezus werd uit de dood opgewekt. En zo bleek hun machteloosheid. Hun zogenaamde kracht was een illusie. Het systeem van de wereld viel voor eens en altijd in duigen.

Het is een illusie te denken dat het systeem (ook dat van de kerk) zal verdwijnen zonder dat er offers gebracht hoeven te worden. Katniss ging er bijna aan ten onder. Ook wij zullen er niet zonder kleerscheuren van afkomen, als we voor de vrijheid willen gaan. Maar  wij volgen Jezus, die al heeft laten zien dat het systeem  niet het laatste woord heeft, dat het uiteindelijk overwonnen zal worden. Waar hij ons toe oproept is om ons niet door het systeem te laten inlijven, maar te leven als vrije mensen, om ons leven werkelijk betekenis te geven, door het te leven voor anderen, voor schoonheid, waarheid en liefde, voor het grote verhaal. Doordat wij onszelf zijn, krijgen anderen hoop en worden ook vrij, en wordt het systeem ontmaskerd en komt ten val. En deze boodschap brengen we midden in het systeem, via de kanalen die het systeem ons biedt. Zo subverteren we het systeem dat ons probeerde voor zijn karretje te spannen.