woensdag 21 augustus 2013

Gedicht: Dansen met de draak

Dansen met de draak

De adem van de draak
had mijn gezicht geschroeid
mijn kleed in brand gezet.
Ik deinsde terug. Zijn brul
klonk in mijn oren na,
vernietigend zijn woorden.
Ik kon ze niet verdragen.

Ik zocht een schuilplaats op
probeerde te verdwijnen
achter een ideaal,
vergeten zijn. Geen zelf
om nog als prooi te dienen.
Beangstigend de leegte.
Ik wist niet te ontsnappen.

De hitte steeg. Mijn pantser
was een val geworden.
Wat ik ook probeerde,
mijn lot stond vast. De dood
kreeg nu het laatste woord.
Verbijsterend het oordeel.
Ik moest eraan ontkomen.

Het leven brak de kooi
waar het zat opgesloten,
stuurde mij naar buiten
De arena in. Mijn zwaard
lag in zijn schede weg,
was nutteloos geworden.
Ik kon niet van hem winnen.

Verbaasd week uit het beest
dat mij zo had bevochten.
was zelf door angst gevat,
stom geworden. Ik greep
hem bij zijn poten vast,
ontkrachtigde zijn woede.
Ik vloog met gouden vleugels.