vrijdag 27 juli 2012

Filmbespreking: The Dark Knight Rises

Ik kijk graag naar superheldenfilms. En met mij vele anderen, want het laatste decennium is er geen zomer geweest zonder gekostumeerde krachtpatsers in de bioscoop. Er wordt op het internet druk gespeculeerd of de hype zijn hoogtepunt al heeft bereid en wanneer mensen moe worden van dit soort verhalen. Als The Avengers een van de meest lucratieve films ooit is, er een nieuwe versie van Spider-Man draait, en de nieuwste Batmanfilm volle zalen trekt, is de trend echter niet voorbij. Nog lang niet, is mijn overtuiging. Want zolang mensen verhalen konden vertellen, hebben ze verteld over superhelden. De Grieken beschreven al de werken van Hercules, en de heldendaden van de bijna onkwetsbare Achilles, en de avonturen van Jason en de Argonauten. Het is niet voor niets dat een van de helden van het zilveren doek is genoemd naar de Noorse god Thor. Elke cultuur kent karakters als deze. Personen die sterker zijn dan de gemiddelde burger, of sneller, slimmer of rijker. Die over een flatgebouw kunnen springen, kunnen slingeren aan een kunstmatige spinnedraad, of een ijzeren pantser hebben gebouwd. Maar die tegelijk menselijk zijn, en dus worstelen met dezelfde verleidingen en uitdagingen als de gemiddelde burger. Die door hun trots ten val worden gebracht, die geliefden van zich afstoten, of uiteindelijk tot de drank vervallen. Die moeten leren dat grote kracht gekoppeld is aan grote verantwoordelijkheid. Of dat niet alles kan worden opgelost met machtsvertoon. Ze zijn uitvergrotingen van onszelf, en van de gevechten die wij voeren. Dus, hoewel wij niet met een vuist door een muur kunnen slaan, herkennen we toch iets in deze karakters, en wordt onze worsteling gevalideerd - onze strijd om het juiste te doen is belangrijk, omdat ook de held dit probeert. En tegelijk worden we geinspireerd, want als de held zichzelf kan overwinnen en ondanks zijn eerdere verlies opnieuw de strijd durft aangaan met de gemuteerde kikvorsman, durven wij ‘s ochtends ons bed uit te komen en die moeilijke vergadering op kantoor voor te zitten.
De superhelden (met uitzondering van Superman) zijn dus geen beelden van de goden, maar van de mensen - net als de helden uit de mythologie. Als er -zoals bij veel heldenverhalen- echo’s van de dood en opstanding van Jezus in hun belevenissen doorklinken, is dat omdat de echo’s van het grote verhaal ook in onze levens doorklinken, niet omdat ze in de mythe de rol van God vervullen. De superheld moet net zo zeer vertrouwen in de goedheid van God en de uiteindelijke overwinning van de waarheid als wij - hij is niet de goedheid en de waarheid zelf. Daarom denk ik dat we superhelden niet moeten verwijten dat ze een incompleet beeld van verlossing laten zien of een held die twijfelt aan zichelf of verkeerde motieven heeft. Die heeft hij omdat hij een weerspiegeling is van ons -inclusief onze twijfel en onze motieven - en niet een weerspiegeling van God.
En net als de heldenverhalen van de mythologie is deze weerspiegeling er een ‘als in een spiegel, in raadselen’ (zoals in 1 Korintiers 13), ze koerst, in de woorden van Tolkien, zigzaggend naar de ware haven. Wat de superhelden laten zien is de visie van onze cultuur op de mens en wat het betekent een zinvol leven te leiden - niet de visie van de bijbel. De held in de bijbel is immers een andere dan die in de Griekse of Noorse mythologie. De bijbelse held voert niet zelf de strijd, maar vertrouwt op God. Hij stelt niet zichzelf op een voetstuk en treedt zelf niet voor het voetlicht. Als hij dat wel doet, delft hij snel het onderspit, zoals Simson. De bijbelse held is meestal klein en onbetekenend, een herdersjongen of een stotteraar, een angstige jongen die graan dorst in het verborgene en steeds om een teken vraagt, of een rondreizende prediker die keer op keer wordt gestenigd en zelfs schipbreuk lijdt. Hij is het meest een held als hij van zichzelf geen held meer hoeft te zijn - als hij sterft aan het held-zijn als bron van zijn eigenwaarde. En interessant genoeg is dit wat uiteindelijk de boodschap van de drie Batmanfilms blijkt te zijn - want vergis je niet. Ook al is de laatste film prima op zichzelf te kijken, eigenlijk vormt hij de afsluiting van een samenhangende trilogie, een van de beste uit de recente filmgeschiedenis.

Het is acht jaar sinds de onvoorspelbare Joker de Amerikaanse stad Gotham in de greep hield met zijn gruwelijke spelletjes. Miljonair Bruce Wayne wist hem onschadelijk te maken, maar moest daar een gruwelijke prijs voor betalen. De grote liefde van zijn leven overleed en zijn alter ego Batman nam de schuld op zich van de dood van openbaar aanklager Harvey Dent, en wordt sindsdien als misdadiger achterna gezeten. Bruce gaat nog steeds gebukt onder de gebeurtenissen. Hij leunt op een wandelstok en komt niet meer buiten. Ook Batman heeft al jaren het daglicht niet meer gezien. Maar tijdens een viering van ‘Harvey Dent’-dag, waar wordt gememoreerd dat de misdaad de afgelopen jaren streng is bestreden, breekt een juwelendief in bij de excentrieke kluizenaar. Ze steelt niet alleen de parelketting van zijn moeder uit de onkraakbaar geachte kluis, maar ook zijn vingerafdrukken. Die worden gebruikt om uit naam van Wayne onzekere aandeelopties te kopen. Tegelijk is een nietsontziende terrorist in Gotham gearriveerd, Bane, die in de riolen van de stad een leger om zich heen heeft verzameld. Hij doet politiecommissaris James Gordon in het ziekenhuis belanden. Beide gebeurtenissen zijn aanleiding voor zowel Bruce als Batman om uit zijn schulp te komen. Maar hij is niet meer de oude. Trouwe butler Alfred gelooft niet dat zijn werkgever het kan opnemen tegen Bane. De terrorist wordt gedreven door geloof in een ideaal. Bruce Wayne heeft daarentegen niets meer om voor te leven. Dat kan niet goed aflopen ...

The Dark Knight Rises
is een meeslepende film, die vooral geslaagd is als slot van Christopher Nolan’s Batman-trilogie. Verhaallijnen die begonnen in Batman Begins worden nu eindelijk afgesloten. Gezien als alleenstaande film is er echter wel wat op af te dingen. Zo had er uit de tweede acte wel wat gesneden kunnen worden. En in de derde akte zijn er een aantal onwaarschijnlijkheden en toevalligheden in het plot die de aandacht afleiden: situaties waar de helden opduiken, waar ze niet van af konden weten, en anderen die zich opeens ergens anders bevinden dan in een eerdere scene. En aan het einde is er wel heel weinig tijd over om alles te doen wat volgens de film moet plaatsvinden. Ten slotte heeft de film niet een slechterik die de Joker kan overtreffen. Maar wat de film goed doet, doet de film erg goed! Het plot is episch en doet denken aan verhalen over de Franse revolutie - geen wonder als de filmmakers A Tale of Two Cities citeren als inspiratiebron. Christian Bale zet de kwetsbaarheid van Bruce Wayne mooi neer en Michael Caine is ontroerend als Alfred. De nieuwe karakters zijn een mooie aanvulling: zowel de fascinerende inbreker Selina Kyle, als de goedhartige investeerder Miranda Tate en politieagent John Blake. Er zijn een paar indrukwekkende actiescenes, vooral rond de ‘Bat’ - waarmee Batman ook de lucht onveilig kan maken. Maar wat vooral goed is aan de film, is dat hij niet draait om de schurken, om de tegenstanders (zoals The Dark Knight dat wel deed). Batman, Bruce Wayne, is en blijft de hoofdfiguur. Dat betekent niet dat hij altijd in beeld is. Voor een Batmanfilm komt de held in deze film eigenlijk weinig voor. Maar als Batman niet in beeld is, wordt zijn afwezigheid wel scherp gevoeld en is zijn invloed duidelijk zichtbaar. Het is moeilijk voor te stellen dat een volgende film nog iets aan dit verhaal kan toevoegen, aan de andere kant laat het slot wel ruimte voor een intrigerend vervolg!

De titel van de film maakt al duidelijk waar het in de film om gaat - de wederopstanding van Batman. Maar voor Batman kan opstaan, zal hij eerst moeten sterven. Het lijkt aan het begin van de film alsof hij dat al gedaan heeft, maar niets is minder waar. Herinner je de woorden van Jezus: ‘Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen.’ Dat is wat Wayne in de praktijk merkt. Bruce Wayne gedraagt zich als een kluizenaar, hij ruziet met zijn enige vriend en helper, hij vergeet de belangen van zijn bedrijf, maar ook die van de weeshuizen die hij ondersteunde. Hij negeert zijn gezondheid en zijn relaties, niet omdat hij dood is, maar omdat hij nog steeds zijn eigen leven onder controle wil houden. Aan het eind van Batman Begins weigerde zijn jeugdvriendin al om een relatie met hem aan te gaan, omdat hij niet de Bruce was die ze van vroeger kende. Zolang hij werd gedreven door woede vanwege de dood van zijn ouders, kon hij in zijn hart geen ruimte maken voor haar. Hij kon een ander geen invloed geven in zijn leven, zolang hij meende dat hij de held moest zijn die anderen moest redden. Zijn missie als Batman was het heldenverhaal waar hij zijn betekenis aan ontleende, en daaraan moest alles en iedereen worden afgemeten. Hieraan ontleende hij zijn identiteit. Hij was ervan afhankelijk geworden voor zijn ego.
Het heldenverhaal werd echter in de tweede film op wrede wijze ontkracht door de Joker. Het huis dat Bruce Wayne voor zichzelf had opgebouwd bleek geen fundament te hebben. De basis voor zijn zelfbeeld bleek wankel. Maar Batman was alles wat hij had. Hij had geen alternatief. Dus leidde hij sindsdien een schaduwleven. In feite had hij echter nooit iets anders geleid dan een schaduwleven. Butler Alfred heeft dat scherp door. Hij zegt dat hij ooit hoopte dat Bruce Wayne nooit zou terugkeren naar Gotham, de stad die voor hem werd gekarakteriseerd door verlies en wraakgevoelens. Hij hoopte dat de jonge man ervoor zou kiezen de pijn achter zich te laten en een leven op te bouwen, te genieten van een vrouw, kinderen, een baan en een huis. Maar Bruce liet zich definiƫren door de gebeurtenissen uit het verleden en de missie van misdaadbestrijding die hij meende eigenhandig te moeten uitvoeren (terwijl hij als miljonair ook veel goed had kunnen doen met zijn geld, zonder zijn eigen identiteit ervan te laten afhangen). Hij heeft er dus nooit voor gekozen te leven - te genieten van waarheid, schoonheid en relaties. En als hij nu opnieuw de identiteit van Batman opneemt, is dat geen keuze voor heldhaftigheid, maar voor de dood. Bruce heeft immers geen reden meer om te willen leven. Het enige is de lege huls van zijn oude identiteit. Het hoogste dat hij kan bereiken is vechtend ten onder te gaan. Alfred kan Bruce natuurlijk onmogelijk overtuigen. Hij kan maar een ding doen om hem tegen zichzelf te beschermen: dat is Bruce niet ondersteunen in zijn zelfvernietigende keuze voor zijn oude heldenverhaal. Hij trekt zijn handen van hem af. Bruce staat er alleen voor.
En waar hij op rekende, gebeurt. Batman delft het onderspit. “Waarom dood je me niet gewoon?”, vraagt hij op een bepaald moment aan zijn tegenstander. Bane wil echter niet alleen het lichaam van de held breken, maar ook zijn geest. Daaruit blijkt dat de terrorist geen inzicht had in de innerlijke toestand van zijn slachtoffer. Hij werpt hem in de put. Maar van binnen was Bruce al zo diep als hij ooit kon zinken. Er hoefde niets meer gebroken te worden, want er is niets meer heel. Bane neemt hem zijn masker af, maar Bruce had al ontdekt dat die hem geen betekenis kon geven. De schurk ontmaskert de leugen die Batman en commissaris Gordon in stand hielden, maar Wayne heeft al ingezien dat die tekortschoot. Bruce’s heldenverhaal was al verbrokkeld. Hij hoeft zichzelf niets meer te bewijzen. Hij hoeft geen ego meer in stand te houden. Hij is gestorven aan zichzelf. Hij is leeg. Maar: ‘Wie zijn leven verliest, zal het behouden.’ Opeens blijkt dat die leegte kan worden gevuld door iets van buiten. Hij realiseert zich opeens hoe belangrijk de wereld buiten zijn ik voor hem is. Hij heeft toch iets om voor te vechten -niet zichzelf of zijn heldenverhaal, maar zijn vrienden, zijn butler, zijn stad. (Mijn favoriete filmcriticus Steve Greijdanus meent dat de film niet genoeg laat zien dat de inwoners van Gotham de inspanning van Batman waard zijn - maar volgens mij gaat het daar niet om. Bruce blijkt onvoorwaardelijk van de inwoners van Gotham te houden. Ze hoeven zijn offer niet te verdienen.)
Bruce wordt vanaf dit moment gemotiveerd door liefde. En dus is hij in staat uit de diepte te verrijzen - wat Bane niet voor mogelijk hield. En waar Bruce eerder niet durfde zichzelf of zijn succes aan anderen toe te vertrouwen (‘Als je Gotham wilt redden,’ houdt iemand hem voor, ‘moet je haar burgers vertrouwen.’), geeft hij zich nu over aan anderen. Hij durft zelfs het risico te nemen samen te werken met Selina Kyle, die zich nu niet bepaald betrouwbaar heeft getoond. Hij heeft geen theatricaliteit en misleiding meer nodig om zijn doelen te bereiken. Hij kan bovendien afscheid nemen van zijn heldenverhaal. Het symbool van Batman en waar dat voor stond, kan hij delen met anderen, zonder het per se zelf te hoeven controleren. En hij neemt eindelijk afscheid van de pijn en de wraak die zijn leven beheersten. Hij kiest voor het leven. Bruce Wayne is opgestaan.

Ik zie in deze film een sterke bevestiging van wat ik ‘de weg van de zwakheid’ noem - de weg die Jezus ging en waartoe hij ons opriep die ook te gaan. Hij vroeg ons zijn kruis op te nemen - en dan zouden we leven. Hij hield ons voor zijn juk te dragen, en dan zouden we rust vinden voor onze zielen. De weg van Jezus bestond uit het opgeven van de heldenverhalen, de projecten waar zijn zelfbeeld van afhing, en het geloven dat zijn waarde en betekenis niet van hem afhankelijk was, maar van de onvoorwaardelijke liefde van God, zijn vader. Die liefde, die een geschenk was waarvoor hij niets kon doen, bracht hem ertoe anderen op dezelfde manier lief te hebben. Hij zag de waarde en betekenis van de wereld buiten hem, die ook niet van hem afhankelijk was, en leefde op een manier die daarmee in overeenstemming was. Hij had lief, zelfs zijn vijanden. En zoals in de film anderen het voorbeeld van Batman volgen, mogen wij het voorbeeld van Jezus volgen. Het lijkt misschien alsof we alles kwijtraken waar ons zelfbeeld van afhankelijk was, maar wat we ervoor terugkrijgen is eeuwig leven. En dat kan niemand, al is hij het kwaad zelf (zoals Bane wordt genoemd), van ons afnemen. We kunnen werkelijk zeggen: “It is a far, far better thing that I do, than I have ever done; it is a far, far better rest that I go to, than I have ever known.”