dinsdag 7 februari 2012

Liefde verandert mensen 2: daar is kracht, kracht, wonderbare kracht ...

De bijbel beschrijft een manier van leven die past bij het Koninkrijk van God: je medemens liefhebben als jezelf en God boven alles. Als iedereen dat zou doen, zou de wereld er uitzien zoals God haar bedoeld had. Veel predikers denken dat ze hun toehoorders ertoe moeten brengen om nu ook op deze manier te leven (en ik kan ze geen ongelijk geven). Maar vervolgens spreken ze mensen aan op het niveau van het gedrag: doe dit meer, doe dat minder. Volg deze vijf stappen, houd je aan deze tien punten. Boektitels als De 60-seconden vader en Doelgericht leven zeggen mijns inziens genoeg. In het vorige deel van deze serie betoogde ik echter dat deze methodieken van gedragsmanagement gedoemd zijn te falen. Deze predikers gaan uit van een ‘positief’ mensbeeld, een ‘theologie van glorie’, waarin iemand alles kan worden wat hij niet is, als hij het maar wil. Maar steeds meer onderzoek laat zien dat mensen slechts een beperkte wilskracht hebben en niet op basis van motivatie van buitenaf hun natuurlijke gedrag kunnen veranderen.
Er zijn natuurlijk wel wat tips te geven. Zo kun je jezelf ontdoen van afleidingen en rust inbouwen in je dag, zodat je minder ‘wilskracht’ verliest. Ik houd bewust enkele avonden per week vrij, heb geen kabeltelevisie, en probeer af en toe een paar uur te lezen zonder op mijn computer of smartphone te kijken. Ik geloof dat een van de betekenissen van ‘vasten’ is gelegen in deze prikkelvermindering. Verder blijkt discipline wel effect te hebben. Mensen zijn gewoontedieren, als we aan een bepaald gedrag gewend zijn, kost het ons geen energie meer het op de lange termijn vol te houden.
Maar voordat je dit als verplichting van de kansel gaat verkondigen: het verminderen van afleiding en het opbouwen van discipline kost heel veel wilskracht. Het is zelf namelijk ook gedragsverandering, en dus alleen bij anderen tot stand te brengen door motivatie van buitenaf: straf (schuldgevoel) en beloning (goed zelfbeeld). En daardoor is het gedoemd te falen. Toen ik zestien, zeventien was heb ik een tijd lang hardgelopen. Ik had de discipline om elke week naar buiten te gaan, weer of geen weer. Ik deed het omdat ik mee wilde met een overlevingskamp in de Ardennen. Toen dat voorbij was, had ik geen puf om met de training door te gaan, het hele idee van hardlopen doet me huiveren. Ik was dus ondanks het trainen (dat overigens succes had!) niet iemand geworden die van hardlopen hield.
En daar lag het probleem.
Ons gedrag komt voort uit ons verlangen (wat we leuk vinden en wat we niet leuk vinden). De enige reden dat ik bijvoorbeeld soms ‘nee’ kan zeggen tegen de computer, is omdat ik zo van lezen houdt! En de mensen die het lukt om elke dag te hardlopen, of steeds ‘s ochtends om zes uur bijbelstudie te doen, zijn de mensen die toch al van hardlopen en van bijbelstudie houden! Onze verlangens hangen op hun beurt samen met onze identiteit. En we kunnen onszelf niet veranderen in iets of iemand die we niet ZIJN. Dat is wel wat we vaak proberen. We proberen te voldoen aan een ideaalbeeld, de slanke personen uit de media bijvoorbeeld, of succesvolle collega's, of vrienden en familie. Maar we kunnen het niet. We kunnen alleen doen alsof, als we onszelf onder druk zetten met externe pressiemiddelen, maar uiteindelijk breekt het ons op. Dat worden we overspannen of depressief. Of gaan we er op een andere manier aan ten onder: we raken onszelf kwijt.

Niet alleen theologen en predikers vragen zich af hoe ze mensen kunnen brengen tot het maken van andere keuzes, wetenschappers doen hetzelfde. Dit is bijvoorbeeld van (letterlijk) levensbelang in de strijd tegen overgewicht. Het blijkt dat mensen het moeilijk vinden verleidingen te weerstaan. Externe motivatie werkt averechts: hoe meer weerstand we bieden tegen een verlangen, hoe sterker het verlangen wordt. Dit is funest in een wereld vol verleidingen. Probeer maar eens na een lange dag werken over het station te lopen, voorbij de Broodzaak (met allerlei lekkere broodjes) of in de zomer de Swirls (mmm... ijs!), en niet iets te kopen. Dat lukt mij maar moeilijk.
In een vrije markt economie als de onze zullen al die winkeltjes en reclameborden waarschijnlijk niet verdwijnen. Maar misschien zijn er andere manieren om mensen minder ongezonde snacks te laten nuttigen. Hiernaar is bijvoorbeeld onderzoek gedaan in Nederland, aldus het artikel van Science Daily dat ik ook in mijn vorige stuk aanhaalde. 105 middelbare scholieren kregen een zak chips. Een deel van de deelnemers kreeg de opdracht om het eten van de chips tot later uit te stellen, een deel om ze te eten, en een deel om ze niet te eten. Andere deelnemers mochten zelf kiezen wat ze met de chips deden: eten, eten ervan uitstellen, of niet eten. Na een week bleek dat de scholieren die aan het begin van het studie het eten van de chips uitstelden tot later, tijdens de week het minste van de chips hadden gegeten! Degenen die de chips niet mochten eten, hadden zelfs meer chips gegeten (hun wilskracht had uiteindelijk tekortgeschoten, omdat ze er zoveel van hadden moeten gebruiken). En dat gold ook als de scholieren zelf hadden mogen kiezen voor een strategie. Ook dan was het de groep die het eten had uitgesteld, die het minste had gegeten, terwijl de groep die zelf had gekozen om de chips niet te eten, uiteindelijk dus toch had toegegeven aan de verleiding.
Wat de onderzoekers concluderen is dat het uitstellen van het consumeren van iets ongezonds naar een onbepaalde tijd in de toekomst het verlangen ernaar vermindert, zodat men dus minder ongezonds eet. Er moet nog onderzoek naar worden gedaan of deze techniek ook werkt bij andere verleidingen, zoals het uitgeven van geld, of seksuele verlangens. Waarom is dit zo’n goede methode? De wetenschappers geven het antwoord: “Because it primarily works through desire reduction rather than willpower enhancement."

Dames en heren! We hebben een winnaar! Het aangrijpingspunt is niet het gedrag, maar de motivatie, het verlangen! Anders gezegd: wat verandert is wie we ZIJN, niet wat we DOEN. Nu ga ik natuurlijk niet suggereren dat predikers zich dan moeten verlagen tot hersenspoelingstechnieken. Daarmee kun je inderdaad iemand in zijn of haar identiteit aantasten, maar deze middelen maken mensen minder zichzelf en niet meer, ze ontnemen hen hun vrijheid in plaats van hen die te geven. Denk aan technieken die bij ratten en honden worden gebruikt. Die krijgen een elektrische shock als ze een voedselbrok willen pakken. Als dat maar vaak genoeg gebeurt pakken ze geen brok meer. Hun trek is verdwenen, ze hebben geen probleem meer met het weerstaan van verleiding. Maar ze worden geregeerd door angst en vertonen stressverschijnselen - dat is niet wat we willen, hoop ik. In feite wordt het gedrag toch weer van buitenaf ingeperkt en bloeit het niet van biinenuit op, Dit is een techniek die mensen het leven afneemt, en we willen juist mensen meer leven geven. We willen dat mensen meer zichzelf worden.
Maar de enige manier om dit te bereiken is mensen lief te hebben, lief te hebben om wie ze zijn. Maar dit voelt voor mensen contra-intuitief. Want het suggereert dat we onze controle moeten opgeven. Dat we onze handen van de ander moeten aftrekken. Dat we niet langer moeten manipuleren. Het betekent dat we, in de woorden van 1 Korintiers 13 -het bekende hoofdstuk over de liefde- alles verdragen, alles bedekken, het kwade niet toerekenen, geduldig zijn met de ander. Het betekent dat we in plaats van te belonen, moeten geven zonder iets terug te verwachten. Het betekent dat we in plaats van te straffen, moeten vergeven, hoewel het ons pijn doet. Het betekent zelfs dat we de eis dat de ander verandert gaan opgeven. Het betekent dat we ze vrij laten -ook vrij om niet te veranderen.
Dit betekent trouwens absoluut niet dat het verkeerd is gezonde grenzen aan te geven, of te zeggen wat jij wil. De bijbel zegt in hetzelfde hoofdstuk over de liefde, dat de liefde zich niet verblijdt met de ongerechtigheid. Dat gedrag gevolgen heeft voor de relatie is dus niet liefdeloos. Anders bevestigen we anderen alleen maar in hun destructieve gedrag, naar zichzelf en naar anderen (‘enabling’ heet dat). Maar deze grenzen zijn gericht op het gedrag - niet op de persoon. En het gaat om gevolgen van gedrag voor de relatie, en niet om straf. De persoon blijft vrij om te kiezen, voor of tegen deze gevolgen, voor of tegen de relatie.
Liefhebben, inclusief het aangeven van grenzen (wat kan betekenen dat we de relatie met de ander kunnen verliezen!), kan en zal waarschijnlijk pijn doen. Als we liefhebben, stappen we af van onze ‘Theology of glory’, en wat overblijft is de ‘Theology of the cross’. Want dit is de liefde van Jezus, die voor ons is gestorven toen wij nog zondaars waren (Romeinen 5:8). Hij deed dat voor ons zonder van ons te eisen dat wij vervolgens heiligen zouden worden, omdat hij anders niet meer van ons zou houden. Nee, hij houdt van ons zoals we zijn. Het goede nieuws is een aankondiging van iets dat realiteit is onafhankelijk van ons gedrag. Het is een blijde boodschap: de regering van God is werkelijkheid geworden. Het herstel en de vernieuwing waar de profeten over spraken, dringt door in de schepping. Alle dingen worden nieuw gemaakt. De wil van God zal gebeuren, op Aarde, zoals in de Hemel. En ik en jij zijn welkom in deze nieuwe realiteit, in het koninkrijk van God. We hoeven het alleen maar te ontvangen, zonder dat we er iets voor hoeven doen. Het kruis is het onaantastbare bewijs dat God alle pijn van ons niet-veranderen al heeft geleden. En dat wij daar dus niet meer over hoeven in te zitten. ‘Er is geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn’ (Romeinen 8:1).
Gods liefde is een geschenk, en onvoorwaardelijk. Als we veranderen, gebeurt dat omdat we dit zijn gaan beseffen. Ik hoorde in een podcast een uitspraak van prediker Steve Brown, die zei: "The only people that change, are the ones who know that they are absolutely loved and accepted even if they don't change at all."

Het enige wat je te doen staat als je geconfronteerd wordt met onvoorwaardelijke liefde, is het opgeven van alle externe controlemiddelen (zondemanagement), en het accepteren van de realiteit. Je eraan overgeven. Dit wordt mooi geïllustreerd door de film Groundhog Day. De Mockingbirdblog beschrijft de manier waarop hoofdpersoon Phil de hele tijd probeert de knappe Rita verliefd op hem te laten worden. Hij probeert heel hard te voldoen aan haar ideaalbeeld, met het uiteindelijke motief seks met haar te hebben. Maar het werkt niet: hij krijgt steeds een klap in het gezicht. Dan op een dag vertelt hij Rita de waarheid - dat hij gevangen zit in een eindeloze cyclus van herhalingen. Hij kiest voor de eerlijkheid, en geeft zijn pogingen om aan haar ideaalbeeld te voldoen om beloond te worden, op. “This is the film’s turning point, the point where transformation finally begins, and it happens not because he tries so hard to become the holy vision of Rita’s perfect guy. Rather, he gives up, resigning himself to the endless cycle of Groundhog Day in Punxsutawney. He takes up piano and ice sculpting because he actually becomes interested in learning them. He tries to save a homeless old man’s life over and over again because he begins to genuinely care. He becomes altruistic, daily saving the same boy falling from a tree and fixing flat tires for little old ladies. He has died to his old self and his desire to win Rita over.” Hij gaat al deze dingen doen, niet meer uit angst voor straf of om beloond te worden, maar omdat hij er naar gaat verlangen. Hij wordt werkelijk een ander mens. En interessant genoeg, pas als Phil zich niet meer met het winnen van Rita bezighoudt, valt ze voor hem - en komt er een einde aan tienduizend jaar ‘Groundhog Day’.
De toepassing op ons: “Sanctification seems to finally come about when we acquiesce to our imperfection and inability to live up to anybody’s (including God’s) standards of the perfect guy or gal, dying to our selfish desires for glory and accepting that we remain sinners in and of ourselves, in God’s sight we are accepted as if we were not flawed because of Jesus Christ. It is at these points in our lives that God’s grace can begin to bear fruit, just as it does with Phil when he finally surrenders himself to the realities of Groundhog Day.”

We gaan liefhebben, omdat we ons realiseren dat God ons liefheeft (zie 1 Johannes 4:19). De verandering komt op twee manieren tot stand. De eerste is hierboven beschreven: we laten onze schuld, en onze schaamte en onze frustratie los. Het wetenschappelijke onderzoek liet al zien dat wie zijn verlangen om te eten toegeeft, maar het eten uitstelt, minder eet dan wie zichzelf verbiedt om te eten. De liefde van God geeft ons de gelegenheid om ons perfectionisme op te geven, om niet meer zo bezig te zijn met ons gedrag, om geen wilskracht meer te spenderen aan het gevecht tegen piekergedachten en schuld. Ook als we falen houdt God van ons.
En als het ons lukt om te veranderen, is dat niet onze verdienste, maar Gods geschenk. Want dat is de tweede manier waarop liefde ons verandert. Liefde is scheppend, zoals Gods schepping voortkwam uit liefde. Liefde bevestigt de identiteit van de geliefde, en brengt zo nieuw leven voort. Volgens de bijbel zijn we met Jezus uit de dood opgestaan. Ik geloof dat die opstanding tot stand is gebracht door de liefde. We zijn namelijk als opgewekte mensen niet meer alleen onszelf (in ons eigen universum), we hebben een nieuwe identiteit: ‘geliefden’ - en daardoor gaan we ernaar verlangen te leven in overeenstemming met deze identiteit, wat wil zeggen: we willen zelf ook lief hebben. Dit is de bron van het eeuwige leven, het leven met een eeuwigheidskarakter. Het is Gods liefde die ons levend maakt. Daarover in het volgende deel meer.