dinsdag 17 mei 2011

Filmbespreking: The Way Back

Wat heb je ervoor over om vrij te zijn? Als het waarschijnlijk lijkt dat je een poging om te ontsnappen niet zult overleven, als de wereld buiten de gevangenis een dodelijke wildernis is, waarom zou je dan niet kiezen voor de veiligheid? Voor het comfort van in elk geval weten waar je aan toe bent? Wat kan je motiveren om alles op het spel te zetten? Dat zijn de vragen die worden opgeroepen bij het kijken van The Way Back, een film gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. Dat zegt in elk geval de DVD-hoes. Er schijnt echter wat controverse te bestaan over het boek waarin dat verhaal is opgetekend. De schrijver zou het een en ander hebben verzonnen. Of de titanische voettocht werkelijk heeft plaatsgevonden, staat niet honderd procent vast. Maar of het nu wel of niet in werkelijkheid gebeurd is, is vooral belangrijk voor historici. Het blijft een krachtig verhaal, dat de kijker niet onberoerd laat.
Het verhaal begint met de Poolse Janusz, die wordt ondervraagd door de Russische geheime dienst. Hij wordt ervan beschuldigd zich negatief te hebben uitgelaten over de communistische partij. Zelf weigert hij schuld te erkennen, maar de agenten hebben zijn vrouw te pakken gekregen en haar onder handen genomen. En zij is onder de martelingen bezweken en heeft hem aangeklaagd. Het leidt ertoe dat Janusz wordt afgevoerd naar de Gulag in Siberië, waar allerlei dissidenten en politiek ongewenste figuren in de vrieskou te werk worden gesteld. Zo moeten ze zich nuttig maken voor moedertje Rusland. Alleen de hardsten en de sterksten overleven het, maar zelfs zij zien het somber in als ze naar de mijnen moeten. En dan zijn er de criminelen, de moordenaars, die de macht uitmaken in de barakken en die bereid zijn te moorden voor iets banaals als een trui of een pakje sigaretten. De kampbewakers blaken ondertussen van zelfvertrouwen - want wie zou er durven ontsnappen? De gevangenis wordt niet gevormd door het prikkeldraad, maar door de omliggende natuur. Wie niet doodvriest, komt van de honger om. Wie niet van de honger omkomt, wordt door de wolven wel gevonden. En wie niet door de wolven wordt gevonden, wordt wel opgespoord door de lokale bevolking, die een beloning krijgt voor elke aangebrachte ontsnapte gevangene. Vergeleken met de helse omgeving is het werkkamp dus een paradijs. Maar Janusz kan niet in de Gulag aan zijn einde komen. Hij moet terug. En dus glipt hij tijdens een sneeuwstorm langs de bewaking en begint aan een lange voettocht naar het zuiden, naar het Baikalmeer en verder. In zijn gezelschap bevinden zich de taaie Amerikaan Mister Smith, een Letse priester, een kunstenaar en een van de levensgevaarlijke criminelen die een schuld wil ontvluchten. Onderweg hebben ze te kampen met honger, met muggen, met wilde dieren en met dorst. Een groep van zeven vertrekt uit het kamp, drie mannen trekken uiteindelijk de Himalaya over en bereiken India.

Ik was onder de indruk van het verhaal. De film bevat prachtige natuurbeelden, en inventieve oplossingen om te overleven. Ik genoot ook van het spel van de acteurs, vooral Ed Harris en Colin Farrell - die een onberekenbaar roofdier weet neer te zetten. Hoofdrolspeler Jim Sturgess maakte aanvankelijk minder indruk, maar zijn rol als vriendelijke maar doelbewuste jonge man blijft wel hangen. Soms vond ik de vertelstijl wat afstandelijk, maar dat is waarschijnlijk bewust. Regisseur Peter Weir - ook bekend van Master and Commander - keert namelijk vaker terug naar het thema van mensen in een conflict met de natuur, of hun omgeving. Die neemt in zijn films regelmatig een mythische vorm aan. Wie de hoofdrolspelers zijn, hun precieze motivaties en hoe hun relaties zich ontwikkelen wordt naar de achtergrond verdreven. Tegen de achtergrond van de onpersoonlijke en ongrijpbare natuur blijkt dat allemaal oppervlakte te zijn - een vernislaagje beschaving. En de vraag is of de onpersoonlijke, ongrijpbare macht van de natuur dat laagje oplost en de mens doet verdwijnen, en als dat niet gebeurt, welke innerlijke kracht de hoofdpersonen in staat stelt menselijk te blijven. Wat dat betreft komt deze film overeen met de eerdere Weir-film Picknick at Hanging Rock, hoewel hier wat er gebeurd is bij de ontknoping wel duidelijk is. Maar er is ook een duidelijke parallel met The Truman Show, in de ontsnapping aan een controlerend systeem dat het individu zijn waardigheid ontneemt. In elk geval is deze film in mijn opinie een aanrader.

Zoals ik zei, roept Weir door zijn vertelstijl een mythische sfeer op - de indruk dat het niet  of niet alleen gaat om het indrukwekkende verhaal van enkele individuen, maar dat met hun verhaal een algemene waarheid over het menselijk ras wordt overgedragen. Daarom aarzel ik niet de film toe te passen op de reis die we allemaal moeten maken. De reis terug. De vraag wordt al direct door de titel opgeroepen: het is niet een tocht naar een bestemming, naar de vrijheid, naar het beloofde land - in elk geval niet voor de hoofdpersoon - het is de weg ergens naar terug. Waarnaar? Janusz ziet het voor zich - een huis, een raamkozijn met een steen erin, een houten deur. Dat is waar hij naar terug gaat. Hij wil er niet naar terug om iets te krijgen. Hij is niet op zoek naar bevestiging, naar genoegdoening, of verontschuldiging. Hij moet ernaar terug om iets te geven. Hij zoekt niet het beste voor zichzelf, heeft zijn eigen geluk en gezondheid niet op de eerste plaats staan. Hij wordt gedreven door zijn liefde voor iemand anders. Dat is wat hem in staat stelt ondanks honger, kou en dorst de ene voet voor de andere te zetten, om door te gaan als ieder ander in de groep de moed verliest, om niet passief zich in een bergdorpje te vestigen maar om verder te trekken. Janusz kan in zijn hart niet gevangen blijven. Hij heeft geen angst, want de ware liefde drijft de vrees uit. Zijn reis is tegelijk veel langer dan zesduizend kilometer, hij heeft ook als hij na vele ontberingen in India aankomt nog een hele tocht voor de boeg, zowel in afstand als in tijd.
Net zo hebben mensen altijd het gevoel gehad dat ze iets kwijt zijn geraakt: hun onschuld, hun onbevangenheid, hun kinderlijkheid. De situatie waarin we volledig vrij waren ligt achter ons. Die vrijheid had haar basis in onvoorwaardelijke liefde - in relaties waarbij de partners aan beide zijden zich voor de ander opofferden. De relaties die een weerspiegeling waren van de relaties die van Eeuwigheid af gelden in de drie-eenheid, waarbij de een altijd het beste zoekt voor de ander, zonder zichzelf boven de ander te verheffen. Waar geen sprake is van controle en van machtsstructuren. Maar we zijn ver van huis geraakt - ver van de dans van de liefde van de drie-eenheid en terechtgekomen in een wereld waar macht en manipulatie de boventoon voeren, en het recht geldt van de sterkste. Een wereld waar mensen zichzelf op de eerste plaats zetten (wijzelf incluis) en anderen zien als instrument om hun eigen positie te verstevigen of te verhogen. Waar de systemen gaan boven de individuen en prestaties boven relaties. En ook onze relatie met God zijn we in instituten gaan vangen. De gulag staat in deze film voor alle organisaties en structuren die de menselijke persoonlijkheid kleiner maken - wereldse en religieuze. We moeten net als Janusz de weg terug aanvangen. Dat is waar het God op uit is, dat wij vrij zouden zijn. Dat wij zouden leven in de realiteit van zijn koninkrijk.

Maar net als Janusz worden we tegengewerkt. Het verlangen en de energie van deze Pool trekken mensen aan, mensen die zeggen ook naar vrijheid te verlangen en te willen ontsnappen. Ze wachten alleen op het juiste moment. Maar als het puntje bij het paaltje komt brengen ze hun voornemen niet in praktijk. En met mooie woorden en ingewikkelde plannen houden ze ook Janusz tegen. Ze zijn als parasieten, die teren op Janusz drang om te ontsnappen, maar die de energie daarvan eigenlijk gebruiken om de bestaande situatie van onvrijheid in stand te houden. Janusz moet komen tot een radicale breuk, een plotselinge afscheiding van de controlerende machten. Ook hier zit denk ik een les voor mensen die door anderen worden verleid toch nog in het systeem te blijven, te proberen het te verbeteren, misschien deel te nemen aan een commissie, toch nog een poging te wagen. Ik zeg niet dat dit altijd verkeerd is, want vorm of structuur zijn in zichzelf niet verkeerd. Maar daar waar het een doel is geworden, is dat niet zomaar om te keren. Het is vechten tegen de bierkaai. Je verspilt er al je energie aan, en eindigt moe en uitgeput, zonder enige verandering bewerkt te hebben.
Janusz kiest voor de weg van de liefde - en dat betekent dat hij zich niet aan de gulag kan blijven onderwerpen. Maar zijn radicale keuze inspireert anderen, en zij voegen zich bij hem. Hijzelf dwingt niemand om met hem mee te gaan. Hij is bereid alleen te gaan, mocht dat nodig zijn. De keuze van de anderen is helemaal vrij. En die blijft vrij tijdens de reis. Nooit dwingt Janusz de anderen zijn wil te doen, hij laat ze in hun waarde. Maar hij laat zich ook niet door hen van zijn weg terug afbrengen. Hij offert zich voor ze op - hij zoekt naar het Baikalmeer en keert naar hen terug als hij het in de verte gezien heeft, hij maakt maskers voor ze van berkenbast tegen de sneeuw, hij ondersteunt ze als ze in de woestijn dreigen achter te blijven. Maar dat is niet iets waar hij toe gedwongen wordt, of waar hij zich door zijn reisgenoten toe laat manipuleren. Hij kiest er zelf voor. Het is liefde. Dezelfde opofferende liefde waarvoor hij oorspronkelijk op weg was gegaan. De beide liefdes liggen in elkaars verlengde. Daarom komt zijn inspanning voor zijn reisgenoten niet in conflict met het doel van zijn weg terug. Er is geen sprake van een systeem. Janusz verlangt ook niets terug voor zijn opoffering. Hij houdt geen lijst bij met wat hij allemaal voor wie heeft gedaan. Hij gebruikt zijn daden ook niet als machtsmiddel. Hij meet zichzelf geen officiële positie aan. Hij is dus ook niet door verplichting gebonden aan de groep - zijn enige verplichting is de vrije keuze van de liefde.
Maar juist doordat hij zich uit vrije keuze opoffert, juist omdat hij zich uit eigen beweging nederig opstelt en anderen dient, zijn de anderen bereid om hem te volgen, willen de anderen zich ook voor hem inspannen en voor elkaar. Zelfs de misdadiger in de groep ziet in hem iets bijzonders, en noemt hem zijn leider. Hij werpt zichzelf op als Janusz’s lijfwacht en zet zich steeds voor hem in. Hij luistert ook naar Janusz als die hem zegt iets niet te doen of te zeggen. Zonder dat Janusz hem daarom heeft gevraagd of hem de opdracht heeft gegeven. Zijn loyaliteit is volledig gewonnen door het voorbeeld van de opofferende liefde. En uiteindelijk sluiten zijn reisgenoten zich bij hem aan als hij niet wil blijven rusten in een bergdorp, maar door de winterstormen heen de passen van de Himalaya wil oversteken. Hij vraagt hen niets, maar uit eigen beweging volgen ze hem. Hij heeft hun hart gewonnen en niets kan hen ertoe brengen hem nu in de steek te laten. Deze vorm van leiderschap is risicovol - want niets is gegarandeerd - maar hij laat de volgelingen wel vrij. En ik geloof dat het zo ook is in het Koninkrijk van God - de werkelijke leider leidt omdat mensen uit vrije keuze besluiten hem te volgen, niet omdat hij via een systeem macht over hen uitoefent. En als wij kiezen voor de vrijheid, als wij op weg terug gaan naar de dans van de drie-eenheid, zullen anderen ons gaan volgen. En zij worden op hun beurt ook leiders, zonder dat ze de erkenning nodig hebben van een titel of een salaris.

De reis naar de vrijheid is niet zonder ontberingen. Zesduizend kilometer lopen is niet niks. En ook dit reisgezelschap moet veel verdragen. De vraag is: wat kan je motiveren om alles op het spel te zetten? Wat is de drijfveer die je elk comfort van een systeem af doet werpen? Het antwoord van deze film is de liefde. Liefde die de waarde ziet van elk individu, ongeacht van wat hij doet of heeft gedaan. Liefde die het beste zoekt voor de wereld om zich heen en voor de mensen in zijn omgeving. Liefde die het goede viert in elk persoon, die zich niet verblijdt over het kwade maar zich verheugt over gerechtigheid. De liefde die alles hoopt, alles verdraagt. De radicale keuze om anderen te dienen, omdat ze kostbaar zijn. Schuldgevoel, verplichting, zelfzucht, egoïsme - al die dingen zorgen ervoor dat je in systemen van controle blijft steken, of ze hooguit verruilt voor nieuwe systemen, nieuwe machtsspelletjes. Alleen de liefde drijft de vrees uit. Alleen de liefde laat ons het risico nemen van de vrijheid. En - maar dat blijkt niet expliciet uit de film - die opofferende liefde wordt in ons opgewekt doordat we met zo’n opofferende, onvoorwaardelijke liefde worden liefgehad, omdat God op die manier, vrij en uit eigen keuze van ons houdt. Wie leeft in de realiteit van Gods onvoorwaardelijke liefde, wie daarvoor open staat, is vrij om het systeem te verlaten en te beginnen aan de weg terug.