zondag 27 februari 2011

Filmbespreking: 127 Hours

Ik keek er vroeger naar uit om te gaan logeren bij mijn opa en oma. Niet alleen omdat ze zo dicht bij het bos woonden, waar je eindeloos kon wandelen en spelen, maar vooral vanwege de verzameling van heel wat jaargangen Het Beste (Later: Readers' Digest). Natuurlijk las ik daaruit alle moppen en grappige anecdotes, maar waar ik vooral van genoot waren de waargebeurde verhalen. Een man wordt meegesleurd door een kolkende rivier, een echtpaar verdwaalt in de bergen, een expeditie wordt overvallen door een sneeuwstorm, een schip kapseist in een storm ... Deze verhalen van een strijd tegen de natuur, en de strijd om te overleven spraken mijn verbeelding aan, niet in het minst omdat ik mezelf de vraag stelde: als ik zelf in zo'n situatie terecht zou komen, wat zou ik doen? Zou ik kalm blijven of in paniek raken? Zou ik op weg gaan om hulp te halen, of zou ik op mijn plek blijven? Waar zou ik toe bereid zijn om mijn leven of dat van iemand anders te redden? Vragen die allemaal uiteindelijk neerkomen op de kernvraag: wat voor persoon ben ik? Of: wie wil ik zijn? Levensbedreigende situaties, plotseling gevaar en grote risico's roepen dit soort vragen bijna vanzelfsprekend op. We nemen ons leven immers gemakkelijk voor lief, beschouwen zegeningen als vrienden, familie, geluk en werk als vanzelfsprekendheden. De waarde die we eraan hechten wordt voor onszelf pas helder, als ze van ons afgenomen dreigen te worden. Natuurlijk zijn dit soort verhalen ook gewoon erg spannend, maar ik denk niet dat ze alleen daarom steeds weer in Readers' Digest worden opgenomen. We hebben het als mensen nodig om te worden wakkergeschud uit ons alledaagse comfortabele leventje, om weer even bewust te kiezen dat wat we hebben te waarderen, voordat we weer indutten. En natuurlijk, dit soort verhalen gaat over de overlevers, degenen die ervoor hebben gekozen te blijven strijden, de mensen die niet bij de pakken bleven neerzitten, maar die tot het uiterste gingen om het leven te behouden. Door de verhalen te lezen, identificeren we ons met deze overlevers, deze helden. We stellen ons voor dat wij hetzelfde zouden doen, dat wij tot hetzelfde in staat zouden zijn, en dat helpt ons iets beter over onszelf te denken. Daarvoor dienen helden- en overlevingsverhalen.

Als ik in het nieuws hoor over mensen die een ramp hebben overleefd, denk ik nog steeds: "Daar zal wel een Het Beste-verhaal over worden geschreven." Ik herinner me dat ik dat dacht in 2003, bij het nieuws van een Amerikaanse bergbeklimmer, die zijn eigen hand had afgesneden nadat hij vijf dagen had vastgezeten onder een rotsblok. En dus was ik geïntrigeerd toen ik hoorde dat er van dit waargebeurde verhaal een film werd gemaakt. En nog wel door Danny Boyle, wiens films Sunshine en Slumdog Millionaire ik erg goed vond. Aan de andere kant ben ik geen horrorliefhebber, en vooral de gruwelijke geweldsfilms zoals de Saw-serie vind ik moreel verwerpelijk. Voor dat aspect van deze film was ik daarom huiverig. Met gemengde gevoelens ging ik dus naar de bioscoop. De film bleek geweldig goed gemaakt. Boyle splitst het scherm voor contrasterende beelden, gebruikt pompende muziek, kiest voor inventieve camerastandpunten (zoals van binnen uit een waterflesje) en past flashbacks en beelden uit hallucinaties toe. De film verveelt daardoor geen moment. Maar de flitsende beelden leiden niet teveel af van de kern van het verhaal. Acteur James Franco (voor mij vooral bekend uit de Spider-Manfilms) laat je met zijn karakter meeleven en meevoelen. Dat hij de kijker zo lang weet te boeien als enige acteur op het scherm is een knappe prestatie.
127 Hours begin met beelden van forensen en mensenmassa's - de drukke menigte uit de stad. Mensen die wel in elkaars nabijheid zijn, maar elkaar niet kennen, die langs elkaar heenlopen. Dan is daar Aron Ralston, een avontuurlijke twintiger, die in zijn eentje de natuur in trekt. Hij negeert de oproepen op zijn antwoordapparaat van zijn zus en zijn moeder, en kiest voor het isolement. Hij heeft genoeg aan zichzelf, en als man van deze tijd zet hij zichzelf voortdurend op de foto. Maar in zijn isolement is hij (hoewel hij zelf natuurlijk graag anders denkt) niet anders dan die forenzen en reizigers, die ook in hun eigen wereldje leven. Aron trekt op de fiets het nationale park Canyonlands in Utah in: een prachtig park met oranjerood gesteente onder een helder blauwe hemel, spaarzame woestijnbegroeiing en verborgen meren, en verschillende kronkelende ravijnen en rotsspleten, waar je als bergbeklimmer of canyoneer helemaal op jezelf bent aangewezen. Aron helpt twee jonge vrouwen op weg, laat zich uitnodigen voor een feestje, en daalt dan af in een ravijn. Daar gaat het echter goed mis, als een rotsblok los raakt, en Arons hand tegen de wand vast pint. Er is geen beweging in te krijgen. Als de ernst van de situatie tot Aron doordringt maakt hij de inventaris op. Hij heeft twee burrito's en wat chocolade als eten, een digitale filmcamera, wat touw en een enkel flesje water. Nauwelijks genoeg om het twee dagen mee te overleven. Zijn enige instrument is een goedkoop mes van Chinese makelij, waarmee hij probeert de rots weg te schrapen, zonder succes. En tot overmaat van ramp weet niemand waar hij uithangt. Hij heeft nergens een plan of een adres achtergelaten. Niet bij zijn ouders, niet bij zijn vrienden, niet bij zijn werk. Het zal dagen duren voor hij als vermist wordt opgegeven. Aron ziet zijn overlevingskansen met het uur teruglopen. En uiteindelijk beseft hij dat er, wil hij overleven, nog maar een ding opzit. Dat is niet prettig om te kijken, maar in plaats van een gruwel, wordt het een daad van hoop op overleving.

In een recensie over deze film werd het kijken een 'louterende' ervaring genoemd. Dat is boeiend. Hetzelfde werd namelijk gezegd over de film The Passion of the Christ van Mel Gibson. Wat maakt het nou zo louterend om te kijken naar iemand die gruwelijk geweld ondergaat? Is dat de gedachte dat het iemand anders betreft, en ben je als kijker blij dat jij het niet hebt meegemaakt? Laat het je jouw eigen leven en veiligheid appreciëren? Of is het wat ik schreef in mijn inleiding: dat dit soort films je ertoe brengt de juiste prioriteiten in je leven te stellen? Te kiezen voor wat echt belangrijk is?
Dat laatste speelt in dit geval zeker, vooral omdat de hoofdpersoon zelf zijn prioriteiten leert wijzigen in de loop van de film. Het is namelijk al snel duidelijk dat Aron in goed Nederlands een 'einzelgangner' is. Iemand die meent dat hij niemand nodig heeft, die aan zichzelf genoeg heeft. Hij heeft wel relaties, maar die houdt hij bewust oppervlakkig. In een terugblik blijkt dat hij een liefdesrelatie heeft gehad, maar dat die werd verbroken. Waarom? Omdat hij niet zijn hart wilde openen voor zijn geliefde. "Wat is de combinatie (van de kluis)?" wil ze weten. Hoe kom ik bij je binnen. Maar hij lacht erom, en opent zich niet werkelijk. Hij blijft buiten, op zichzelf, alleen. En is daar wel tevreden mee. Zelfs de twee toeristen die hij helpt merken dat. 'Volgens mij pasten wij niet in zijn dag', merkt er een op. Maar zijn keuze om zich af te sluiten voor relaties heeft gevolgen. Onze methodes hebben effect. Zo zit het leven in elkaar. Wie windt zaait zal storm oogsten. Het is als met een computerprogramma, dat steevast een bepaald resultaat zal geven. Net zo hebben onze aangeleerde patronen, onze vaste afweermechanismen, onze ingesleten gewoontes, bepaalde resultaten. En daar hebben we mee leren leven. We vinden ze vaak zelfs wel prettig. Tot we opeens tegen de gevolgen van onze keuzes aanlopen, geven we vaak eerst de omstandigheden de schuld. We zijn boos op de wereld, op andere mensen, gefrustreerd met onszelf. We schelden tegen de rots. Maar aan die omstandigheden kunnen we niets veranderen. Het enige waar we invloed op hebben is onze eigen 'programmatuur'. En bepaalde 'input' in het programma zal steevast leiden tot bepaalde resultaten. Zo is het met Aron: omdat hij zo op zichzelf vertrouwde en niemand bij zijn leven wilde betrekken, omdat hij zelfs niet wilde dat iemand zou weten waar hij aan het klimmen was, was hij ook totaal op zichzelf aangewezen toen het fout ging, en kon niemand hem helpen. Dat is wat hij begint te beseffen: "You know, I've been thinking. Everything is... just comes together. It's me. I chose this. I chose all this. This rock... this rock has been waiting for me my entire life. It's entire life, ever since it was a bit of meteorite a million, billion years ago. In space. It's been waiting, to come here. Right, right here. I've been moving towards it my entire life. The minute I was born, every breath that I've taken, every action has been leading me to this crack on the out surface." Door te kiezen voor een bepaalde manier van leven, koos hij voor de consequenties daarvan. Ik klaagde een keer bij een vriend over het feit dat ik nog steeds vrijgezel was, en dat ik het zo moeilijk vond daar iets aan te doen. Hij zei: "Maar het feit is: als je doet wat je altijd hebt gedaan, zul je krijgen wat je altijd hebt gekregen." Hoe moeilijk het ook is om jezelf te overwinnen en tegen ingesleten patronen in te gaan, het is de enige manier om andere resultaten te verkrijgen.
Zo ook voor Aron. Hij wil uiteindelijk niet in zijn eentje eindigen, op de bodem van een ravijn. Hij kiest voor relaties. Een visioen van een jongetje, een beeld van zijn toekomstige zoon, doet hem beseffen: dit wil ik voor geen enkele prijs missen. Hier wil ik voor leven, wat het ook mag kosten. En het kost veel. Het kost een deel van hemzelf. Het kost bloed, zweet en tranen. Veranderen is moeilijk, kiezen voor het leven vraagt een offer. Maar het is de moeite waard. Zoals het ook voor mij de moeite waard is om nachten wakker te liggen, in bed te woelen, en om te gaan met gierende zenuwen, als ik het initiatief wil nemen om iemand beter te leren kennen.

Toch blijft het de vraag in welk opzicht het een louterende ervaring is om te kijken naar iemand die lijdt. En is dat nou de loutering die het kruis van Christus teweeg brengt? Een nieuwe appreciatie van het leven, een herijking van onze prioriteiten? Is het effect van het kruis het effect van een overlevingsverhaal of avonturenverhaal? Ik denk dat het hierbij weer aardig is om te denken aan de discussies van Lewis en Tolkien. Mythes hebben een effect op hun lezers - ze spreken hun verbeelding aan, ze vullen hen met verlangen, ze veranderen hun geweten. De Mythe van Jezus heeft dit effect volgens Tolkien ook: het is Mythisch zoals de andere mythen mythisch zijn. Met dit verschil, dat deze Mythe werkelijkheid is. Niet alleen maar 'werkelijkheid' als in: 'waargebeurd' zoals de verhalen in Het Beste, hoewel het ook werkelijk is gebeurd op een aanwijsbare plaats en een aanwijsbare tijd, maar ook Werkelijkheid als in het object waar de verhalen afbeeldingen van zijn. De echte pijp, waarvan het schilderij de afbeelding is, de echte boom, waarvan die op de foto maar een plaatje is. De verhalen zijn afbeeldingen van het Ware Verhaal. Dat wil zeggen dat de effecten van het Ware Verhaal ook werkelijke effecten zijn, substantiele effecten, objectief in plaats van subjectief.
Het lijden van Jezus aan het kruis geeft ons inderdaad de opluchting dat wij zelf niet hoeven sterven - werkelijk niet, want de dood is overwonnen en wij hebben eeuwig leven, ook al sterven zij. Het lijden van Jezus geeft ons een nieuwe appreciatie van ons leven - werkelijk leven: wij delen in het leven van de eeuwigheid, leven in al zijn volheid, de ware, borrelende vreugde die hoort bij het koninkrijk van God is ons deel geworden. En het lijden van Jezus herijkt onze prioriteiten, werkelijk: we hebben een nieuwe gerichtheid gekregen. We zijn in staat gemaakt om lief te hebben. God, onze naaste en onszelf. We hebben lief, omdat God ons eerst heeft liefgehad. We kiezen voor relaties, omdat God voor ons heeft gekozen. We zijn nieuwe mensen geworden, niet alleen in overdrachtelijke zin, maar werkelijk. We zijn daadwerkelijk gelouterd, schoongewassen, gezuiverd. Het louterende effect van een film als 127 Hours helpt ons onze werkelijke loutering te herinneren, en te gaan leven op de manier die daarbij hoort, als gelouterde mensen.