vrijdag 12 februari 2010

Boekbespreking: Repenting of Religion

Eind vorig jaar wees een Amerikaanse vriendin me op het boek Seeing is Believing van voorganger Greg Boyd. Sindsdien luister ik elke week een van zijn toespraken van de website van zijn kerk. Hij is een enthousiaste spreker, levendig, maar mijns inziens niet manipulerend. Zijn boodschap spreekt me ook aan. Ik ben het er mee eens, maar wordt tegelijk uitgedaagd om wat ik geloof ook in praktijk te brengen. En dat is nodig af en toe. Voor Repenting of Religion geldt hetzelfde: het boek bracht onder woorden wat ik diep van binnen dacht, maar verscherpte het bovendien. Het liet me in mijn hart kijken en gaf me een nieuwe overtuiging om elke vorm van oordeel te laten varen en ervoor te kiezen lief te hebben. Het gaf me ook het verlangen om deze boodschap van Gods onvoorwaardelijke liefde met meer mensen te delen.
Boyd heeft zich voor dit boek laten inspireren door de bekende Duitse voorganger Dietrich Bonhoeffer (in de tweede wereldoorlog een tegenstander van Hitler en de collaborerende kerk). Van wat ik hier lees moet ik me ook maar eens in Bonhoeffer verdiepen! Maar dit boek is niet een soort samenvatting van Bonhoeffers denken. Boyd gaat ermee in dialoog en gaat op zoek naar de consequenties ervan voor ons als gelovigen. Dit suggereert op het eerste gezicht dat het wel eens een moeilijk, wetenschappelijk boek zou kunnen zijn. Niets is minder waar. Okee, er staan wat moeilijkere voetnoten in, waar de discussie op een iets hoger niveau wordt gevoerd. Maar niemand dwingt je de voetnoten te lezen (ik doe dat eigenlijk automatisch altijd. De voetnoten zijn immers soms het interessantst). Het boek zelf is een indringende, overtuigende en praktische behandeling van misschien wel onze grootste uitdaging als christenen, namelijk dat we beweren elkaar en anderen lief te hebben, maar ondertussen vooral bekend staan als mensen die denken dat ze beter zijn dan anderen en hen daarom mogen oordelen. Het is geschreven in een aansprekende stijl, vol krachtige zinnen (ik heb weer flink in mijn aantekenboekje zitten schrijven). Ikzelf maak graag gebruik van voorbeelden uit mijn eigen leven of uit boeken en films. Daarmee is Boyd wat spaarzamer en dat kan het misschien taai maken. Maar ook zonder voorbeelden is de boodschap overtuigend genoeg.

De ondertitel van dit boek is: Turning from Judgment to the Love of God. Dat is een goede samenvatting! Boyd begint met een aansprekend voorbeeld van hoe hij op een dag in een winkelcentrum naar mensen zag te kijken en merkte dat hij ze (onbewust) allemaal een 'label' opplakte: 'Te dik', 'te dun', 'onverzorgd', 'opgetut', 'een alcoholist' enzovoorts. Hij vergeleek ze met zichzelf en realiseerde zich dat hij zich daardoor beter voelde. Hij vond het prettig om de rechter te spelen en over iedereen een oordeel uit te spreken. Vervolgens realiseerde hij zich dat Jezus ons juist oproept om mensen te zegenen: om ze te zien als mensen met een onuitsprekelijke waarde, die door God geliefd zijn. Hij begon ze onafhankelijk van zijn oordeel in gedachten het beste toe te bidden. En hij besefte dat hij Gods liefde voor hen begon te voelen. Dit moment (dat ik herkende uit mijn eigen leven!) was voor hem het begin van een ontdekkingsreis: wat was nou precies Gods bedoeling met mensen? En waarom vallen wij steeds terug op oordeel (het maken van onderscheid)?
Centraal in Boyds betoog staat de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad uit Genesis 3. Hij suggereert dat er staat dat dit niet de Boom van Goed en Kwaad was, maar van de Kennis van Goed en Kwaad. Wij mensen zijn geneigd zonde te zien als kiezen voor het slechte, het kwade. En de oplossing als kiezen voor het goede. En in naam van die strijd kwellen we onszelf, verfoeien we anderen en trekken we ons terug uit de wereld. Maar volgens Boyd is nu juist dit oordelen over goed en kwaad wat de kern van het probleem is. Het is namelijk niet aan ons om te bepalen wat goed en kwaad is. Het enige dat God van ons verlangde, was dat wij Hem, elkaar en onszelf zouden liefhebben. Zonder oordeel. Hij beschrijft de bedoeling van God uitgaande van de leer van de drie-eenheid: de God van de bijbel is niet een monolithische, onpersoonlijke macht, maar een gemeenschap van drie personen, die zichzelf in een steeds voortdurend betoon van liefde aan elkaar overgeven, die elkaar steeds de hoogste waarde denkbaar toekennen. En omdat liefde het enige is dat toeneemt als je het weggeeft, schiep God ons. Hij wilde met ons op dezelfde manier in relatie staan, namelijk door ons een niet te overtreffen waarde toe te kennen. En zijn bedoeling met ons was dat wij die waarde die Hij ons schonk zouden aanvaarden en zouden beantwoorden door Hem, de bron van de waarde, onze medemensen (ontvangers van dezelfde waarde) en onszelf, op dezelfde manier zouden liefhebben. Dat we zouden worden opgenomen in de liefdesdans van de drie-eenheid.
Deze liefde, het toekennen van waarde aan de ander, kan niet worden afgedwongen. Het is een keuze. Dat betekent dat wij er ook voor kunnen kiezen niet lief te hebben. Dit gebeurde toen onze voorouders aten van de boom van de Kennis van Goed en Kwaad. De slang vertelde leugens over God (dat hij niet de beste bedoelingen had met mensen) en over onszelf (dat we niet goed genoeg waren, maar als God moesten worden), en wij geloofden die. Wij wilden onszelf maken tot degenen die waarde toekenden aan onszelf en anderen, op basis van ons eigen oordeel. We plaatsten onszelf op de positie van God. En daarmee stelden we ons buiten de wisselwerking van onvoorwaardelijke liefde van de drie-eenheid. Voortaan ontleenden we onze betekenis aan het vergelijken met anderen. Ons oordeel werd een afgod. Dit is volgens Boyd de bron van religie. En dat is een heel gemene vorm van afgoderij, omdat we denken dat we goed bezig zijn, terwijl we niet verder van God af konden zijn. Als een chirurg ontleedt Boyd de tendenzen in ons hart waarmee we onze religieuze waarde bevestigen. 'The sins a particular religious community is good at avoiding tend to be the ones identified as most important to avoid in the mind of that communit, while the sins a community is not good at avoiding tend to be minimized or ignored - regardless of what the bible says.' Hij maakt dit pijnlijk duidelijk aan de hand van het verschil tussen de manier waarom mensen met overgewicht worden behandeld in de kerk en de manier waarop de kerk omgaat met mensen met een homoseksuele geaardheid. In de bijbel staat veel meer over vraatzucht en hebzucht, dan over homoseksualiteit, maar dat is niet terug te zien in de praktijk van ons leven. Wij brengen liefde terug tot een set van ethische principes, maar dat is slechts de buitenkant. Van binnen zijn we oordelend en liefdeloos, ook al doen we schijnbaar het goede.
Maar onze keuze voor de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad veranderde niets aan Gods liefde. (Gods oordeel is niets anders dan hoe Zijn liefde er uitziet vanuit onze gevallen positie). Voor God waren wij allemaal nog steeds waardevol. 'As you read this sentence you could not be more loved than you are right now.' En hij was bereid op basis van die waarde die wij voor hem hadden te handelen. Jezus kwam om de liefde van God naar ons toe te uiten. Het kruis neemt de centrale plek in in Gods bedoelingen. Het kruis maakt zichtbaar dat wij de liefde niet verdienen. Het kruis maakt zichtbaar hoe slecht wij allemaal in feite zijn. We hebben niets om ons op te laten voorstaan. Geen basis van morele of religieuze superioriteit op basis waarvan wij wie dan ook maar kunnen oordelen. Tegelijk laat het kruis zien hoe waardevol wij allemaal in feite zijn, van de paus tot de meest verdorven pedofiel en kindermoordenaar: we zijn allemaal zo waardevol dat Jezus, de zoon van God, zijn leven voor ons gaf. Het gevolg van de dood en opstanding van Jezus is het herstel van de breuk in de schepping. Het is niet tegen te houden, als de schokgolf van een bomexplosie. Gods liefde wordt weer het centrum. Maar we leven nu nog op het moment dat die schokgolf  nog niet overal is doorgedrongen. Toch roept God ons op om nu al in die realiteit te leven. Om nu al elkaar (niet alleen de religieuze mens, maar ieder mens) op die manier lief te hebben, om af te zien van onze gevallen neiging om te oordelen, maar God, anderen en onszelf niet te evenaren waarde toe te kennen.
Dit heeft praktische consequenties, ook voor de manier waarop we kerk zijn. De farizeeen zullen niet blij met ons zijn, waarschuwt Boyd. Als we omgaan met de verstotenen, de perversen, de tollenaars en hoeren van onze tijd, zullen we kritiek te verduren krijgen. Maar het zal dezelfde kritiek zijn die Jezus kreeg. De manier waarop we de wereld zullen veranderen is niet doordat we evangeliseren, of ingezonden stukken in de krant zetten, of demonstreren. Nee: iedereen zal zien dat we Jezus volgen vanwege onze liefde. Als we echt onvoorwaardelijk liefhebben, zal dat een getuigenis zijn dat zijn weerga niet kent. En God zal dan aan het werk gaan. Onze liefde is gebaseerd op het feit dat God de ander liefheeft en in het hart van de ander aan het werk is. Oordelen is nooit onze verantwoordelijkheid, liefhebben wel.


Ik ben door dit boek extra overtuigd: God roept ons op om lief te hebben. En dat is de ultieme vrijheid.

Citaten:
'The only qualification for being incorporated into God's radiant bride and thus for being loved by God with the same love he has for Christ, is simply that one is willing to let God do this.'


'How easy is it to not notice that we are unloving when our religious activities are going so well! Our religious noise drowns out the cry of God's heart'.

'The new testament demands a holiness of the heart that does not feed the fallen self by distancing itself from sinners, but rather sacrifices itself to unite with sinners. This kind of holiness can nevr be achieved throug behavior. It has to be received by grace.'

'Only to the extent that we resolve in our minds and hearts that God looks like Jesus ... can we make progress expressing God's love in our lives' 


'The serpent didn't promise Eve something she didn't already have. Our life consists of futilely chasing what God had always intended for us to have for free.'

'The only thing we need to know is that the other person is, like us, a sinner who has been given unsurpassable worth in Christ Jesus ... what we ahve in common - our sin and our unsurpassable worth - dwarfs in significance whatever difference exists among us.'


'We must never condition our love and acceptance of people with a judgment about how much or how little progress they are making in their relationship with God'


'So long as one is trying to achieve a relationship with God, he or she cannot receive a relationship with God by grace.'